Kledij
De soldaten droegen een wollen hemd, een wollen mantel en een soort van sandalen, die met riemen rond de enkel en kuit werden vastgebonden.
Om zich te verdedigen hadden ze een helm, een pantser en een schild. Om aan te vallen droegen ze een werpspies, een zwaard en een (korte) dolk.
1) helm: galea
2) werpspeer: pilum
3) zwaard en dolk: gladius en pugio
4) pantser: thorax
5) schild: scutum